Kenmerken

De alpaca wordt in de hoge Andes als huisdier gehouden. Hij heeft een schofthoogte van 90 cm en een lange hals, met een lange vacht, dikwijls tot aan de grond reikend. De vacht komt voor in meer dan 22 erkende kleurslagen. Bontgekleurde dieren zijn veel zeldzamer.

Voortplanting

De vrouwtjes werpen in het regenseizoenna een draagtijd van elf maanden. Een ruwe schatting gaat ervan uit dat er in de Andes meer dan drie miljoen alpaca's leven. Een alpaca wordt gemiddeld 25 jaar oud.

Verspreiding

De alpaca leeft op de hoogvlakten van Ecuador, Bolivia, Chili, Uruguay en vooral Peru, met name de hoogvlakte van het Titicacameer in de districten Puno, Cusco en Arequipa. De alpaca gedijt het beste op een hoogte van 4400-5300 meter waar een geringe luchtvochtigheidsgraadheerst. Daarentegen geeft hij wel de voorkeur aan zachte, vochtige grond voor zijn gevoelige pootjes, met mals gras en veel poelen om zich in te wentelen

Vacht

De alpaca wordt voornamelijk gehouden voor de wol. Door kruising met de vicuñais de kwaliteit van de wol sterk verbeterd. Er zijn twee verschillende typen, die enkel in de wol verschillen. De Huacaya heeft een zachte licht krullende vacht en de Suri heeft lange dikke lokken. Het scheren gebeurt jaarlijks. Alleen al door te voelen kunnen indiaanse vrouwen de wol in minstens vijf verschillende kwaliteitsklassen indelen. De meeste alpaca's worden door de indianen zelf gehouden, hoewel er ook speciale fokkerijen zijn.

Maak jouw eigen website met JouwWeb